Burgemeester en wethouders | Begroting | Begroting | Werkelijk | Afwijking | |
---|---|---|---|---|---|
voor wijziging | na wijziging | saldo | |||
in € (+=voordeel/-=nadeel) | |||||
Lasten | -877.000 | -1.005.095 | -1.078.604 | -73.509 | |
Baten | 227.589 | 227.589 | |||
Saldo van baten en lasten | -877.000 | -1.005.095 | -851.015 | 154.080 |
Product | Afwijking |
---|---|
Burgemeester en wethouders | 154.080 |
Toelichting op de belangrijkste afwijkingen (> € 25.000) per product | |
Het voordeel is hoofdzakelijk ontstaan door een lagere storting in de pensioenvoorziening voor wethouders. Door de stijging van de rekenrente is een aanzienlijk lagere storting in de voorziening nodig dan we aanvankelijk hadden begroot én kon een gedeelte van de voorziening vrijvallen naar aanleiding van een nieuwe berekening. Een hogere rekenrente houdt in dat het saldo in de voorziening sneller stijgt waardoor we zelf minder hoeven bij te storten om aan onze toekomstige betalingsverplichtingen te voldoen. Daarnaast hebben we op dit product ook een eenmalige last moeten nemen als gevolg van een storting in de wachtgeldvoorziening. Aanvankelijk hadden we de wachtgelduitkering de komende jaren in de begroting als last opgenomen. Op verzoek van de accountant wordt hier nu een voorziening voor getroffen. |