Verbonden partijen

Openbaar belang

De Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen (GR MARN) is een gemeenschappelijke regeling met acht deelnemende gemeenten in de regio Nijmegen. De gemeenschappelijke regeling (GR) behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van milieu, waaronder een doelmatige en milieu-hygiënische verantwoorde verwerking  van afvalstoffen. In het bijzonder houdt de GR MARN zich bezig met het aandeelhouderschap in de afvalenergiecentrale ARN B.V. in Weurt.

De MARN heeft geen gronden meer in eigendom en de projectorganisatie is opgeheven. De MARN verzorgt vanuit de GR zelf actief geen projecten meer. De GR blijft in stand en richt zich dus vooral op de rol van aandeelhouder en leverancier van afval en grondstoffen (o.a. luiers en incontinentiemateriaal) aan ARN B.V. Daardoor blijven onderwerpen over afval en aan te leveren grondstoffen een rol spelen. Het secretariaat van GR MARN zit inmiddels bij Dar NV.

De werkgroep MARN+ concludeert in haar onderzoek naar de ARN B.V. dat het goed is om als actieve aandeelhouder in de ARN B.V. op te treden. Het tijdig bespreken van kwesties op het gebied van maatschappelijke ontwikkelingen, het verwerken van grondstoffen (afval), energietransitie (inclusief warmte) en innovatie draagt bij tot een goed, efficiënt en verantwoord ondernemerschap. Daarmee beschermen we onze aandeelhouderswaarde op lange termijn, verbeteren we het rendement op lange termijn en beïnvloeden we heel effectief het gedrag van de ARN B.V.. Daarbij is een goede samenwerken met de andere aandeelhouder (REMONDIS) van belang.

ARN is op zoek naar een klankbord waarmee kansrijke (circulaire) projecten besproken kunnen worden. Een en ander heeft in het verleden al eens plaatsgevonden in de uitwerking van de meerjarenvisie. Besproken is om vanuit ARN twee keer per jaar een portfolio-overleg te houden waarin kansrijke projecten aan de orde zullen komen. Hiervoor worden wethouders en de inhoudelijk betrokken ambtelijke adviseurs uitgenodigd. Hiermee komen de bijeenkomsten van de werkgroep MARN+ te vervallen.