Openeinderegeling
Een belangrijk risico binnen de Jeugdwet, net zoals bij de Wmo is het karakter van een openeinderegeling. Op basis van de Jeugdwet 2015 heeft de gemeente een ondersteuningsplicht, ongeacht de financiële ruimte. Gecombineerd met het gegeven dat de rechter uiteindelijk via uitspraken de kaders formuleert en de ruimte van de beleidsvrijheid begrenst, vormt dit een inhoudelijk en financieel risico.
Druk op jeugdbudget
Binnen het programma Jeugd hebben we budgetten voor de komende jaren iets af laten lopen vanwege de regionale krimp van jongeren zoals we dat ook bij het Voortgezet Onderwijs zien en het samengaan dan wel de sluiting van VO scholen.
Het is niet geheel duidelijk hoe de cijfers zich in de komende jaren gaan ontwikkelen. Als er in onze regio en gemeente veel wordt gebouwd zorgt dit ook weer voor stijging van het aantal jongeren en ook de toename van zorg. Daarnaast zien we de invloed van Corona en de druk op jongeren en toename van (ernstige) depressie toe nemen. We vormen hierin geen uitzondering, omdat sprake is van een landelijke tendens.
Ontwikkeling salarissen
Door de landelijke CAO-akkoorden zien we een toename van personeelslasten, die worden doorberekend in de jeugdproducten.
Toekomst Sociaal Domein
De Hervormingsagenda Jeugd moet leiden tot verbetering van de hulpverlening en een financieel beheersbaar en duurzaam jeugdstelsel. Deze agenda gaat impact hebben op het lokale en regionale jeugdbeleid. De verwachting is dat er in april 2023 een akkoord volgt en dit betekent dat we nu nog geen duidelijkheid hebben over eventuele aanpassingen van de Jeugdwet en het financiële kader voor de toekomst.
Personeelskrapte
Op meerdere terreinen zijn gevolgen merkbaar van personeelskrapte. Zo zagen we dit onder andere terug in de druk die is ontstaan bij de zware jeugdhulp maar ook bij het vinden van personeel bij meerdere jeugdzorg aanbieders. Dit is een langdurige ontwikkeling die niet zo is opgelost en wellicht gevolgen heeft voor de kwaliteit of wachttijden bij hulptrajecten.
Voor meer informatie verwijzen wij naar de paragraaf 1.3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing.